Commissie stelt regels vast voor hernieuwbare waterstof

14-02-2023

De Europese Commissie stelde twee besluiten voor die moeten bepalen wat de EU onder hernieuwbare waterstof verstaat. De besluiten moeten garanderen dat alle hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong worden geproduceerd op basis van hernieuwbare elektriciteit.

De twee besluiten houden onderling verband en zijn beide noodzakelijk om de brandstoffen mee te tellen voor het streefcijfer van de lidstaten voor hernieuwbare energie. Zij zullen investeerders rechtszekerheid bieden. En dat is geen overbodige luxe, aangezien REPowerEU-plan streeft naar 10 miljoen ton binnenlandse productie van hernieuwbare waterstof en 10 miljoen ton ingevoerde hernieuwbare waterstof.

Nieuwe hernieuwbare productie

Het eerste besluit bepaalt onder welke voorwaarden waterstof, brandstoffen op basis van waterstof of andere energiedragers als een renewable fuel of non-biological origin (RFNBO) kunnen worden beschouwd. Elektrolysers voor de productie van waterstof zullen moeten worden gekoppeld aan nieuwe hernieuwbare elektriciteitsproductie. Dit moet ervoor zorgen dat de productie van hernieuwbare waterstof een stimulans vormt voor een toename van de hoeveelheid hernieuwbare energie die beschikbaar is voor het net.

Daarnaast voert de EU criteria in die ervoor moeten zorgen dat hernieuwbare waterstof alleen wordt geproduceerd wanneer en waar voldoende hernieuwbare energie beschikbaar is.

Emissies tijdens levenscyclus

Het tweede besluit gaat over een methodologie voor de berekening van broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus van RFNBO's. De methode houdt rekening met de broeikasgasemissies gedurende de volledige levenscyclus van de brandstoffen. Dus niet alleen emissies bij de productie zelf, maar ook emissies in verband met de afname van elektriciteit van het net en de emissies in verband met het vervoer van deze brandstoffen naar de eindverbruiker.

De methode verduidelijkt ook hoe de broeikasgasemissies van hernieuwbare waterstof moeten worden berekend wanneer deze worden meegeproduceerd in een installatie die fossiele brandstoffen produceert.

Gefaseerde aanpak

Om rekening te houden met bestaande investeringsverbintenissen en om de sector in staat te stellen zich aan het nieuwe kader aan te passen, zullen de regels geleidelijk worden ingevoerd en zullen zij mettertijd strenger worden.

Meer bepaald voorzien de regels in een overgangsfase van de voorschriften inzake "additionaliteit" voor waterstofprojecten die vóór 1 januari 2028 in bedrijf worden genomen. Deze overgangsperiode komt overeen met de periode waarin elektrolysers zullen worden opgeschaald en op de markt zullen komen.

Verder kunnen waterstofproducenten tot 1 januari 2030 hun waterstofproductie maandelijks afstemmen op hun gecontracteerde hernieuwbare energiebronnen. De lidstaten krijgen echter de mogelijkheid om vanaf 1 juli 2027 strengere regels voor de tijdelijke correlatie in te voeren.

Import

De voorschriften voor de productie van hernieuwbare waterstof gelden voor zowel binnenlandse producenten als producenten uit derde landen. Een certificeringsregeling zorgt ervoor dat producenten kunnen aantonen dat zij het EU-kader naleven en hernieuwbare waterstof kunnen verhandelen.

Europees Parlement

Na de goedkeuring van de regels worden de besluiten toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad. Zij krijgen twee maanden de tijd om ze te onderzoeken en de voorstellen te aanvaarden of te verwerpen. Op hun verzoek kan de toetsingsperiode met twee maanden worden verlengd. Het Parlement en de Raad kunnen de voorstellen niet wijzigen.

 

 

 

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen