Het productieproces is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de wereldwijde industriële CO₂-uitstoot. Zo gebruikt OCI Nitrogen op de Chemelotsite in Geleen waterstof voor de productie van ammoniak, kunstmest en melamine. "Groene" waterstof op basis van elektrolyse van water met duurzame elektriciteit wordt beschouwd als een mogelijke oplossing voor de langere termijn. De Brightsite-samenwerking, heeft inmiddels een vergelijkende techno-economische studie uitgevoerd, in samenwerking met OCI Nitrogen en DIFFER, naar mogelijke alternatieve kansen om de kloof tussen de korte en lange termijn te dichten.
Het onderzoek toont aan dat het strippen van waterstof uit methaan door plasma-activering een economisch levensvatbaar alternatief zal zijn. Het blijkt dat plasma-activering een energiezuinige route naar waterstof en koolwaterstoffen mogelijk maakt. Op Chemelot kunnen deze koolwaterstoffen rechtstreeks door SABIC worden gebruikt voor de productie van polymeren en is er minder behoefte aan nafta. De combinatie van het voorkomen van CO₂-uitstoot en lagere kosten van naftaconsumptie levert een positieve businesscase op korte termijn. Door verdere ontwikkelingen zal op langere termijn het volledige potentieel van deze innovatie kunnen worden benut.
De CO₂-voordelen van het op synergetische wijze implementeren van de plasmatechnologie op Chemelot zijn tweeledig. Ten eerste wordt duurzame energie gebruikt om waterstof te produceren met een verminderde CO₂-voetafdruk. Verder worden koolstofproducten, zoals etheen, gebruikt als grondstof in bestaande gasverwerkingsinstallaties voor stoomkrakerproducten die op Chemelot worden geëxploiteerd door SABIC. Daarom vermindert het de ecologische voetafdruk van hun olefine- en koolstofproducten. Deze voordelen nemen toe naarmate groen of biogas beschikbaar komt als grondstof voor de plasmatechnologie.