Carbon Tracking System vereenvoudigt koolstofadministratie

24-04-2024

De overheid wil inzicht krijgen in de herkomst van koolstof. Daarom werd de haalbaarheid onderzocht van een digitaal systeem dat de industrie kan helpen met de koolstofadministratie. Zo werd het zogenaamde Carbon Tracking System (CTS) geboren.

Branches

Keramische industrie
Levensmiddelenindustrie
Chemische industrie
Metallurgische industrie
Papier- en kartonindustrie
Glasindustrie
Afval- en recyclingsector
ICT-sector
Olie- en gasexploratiebedrijven
Kunststoffenindustrie

Industrieclusters

Cluster Chemelot
Cluster Noord-Nederland
Cluster Noordzeekanaalgebied
Cluster Rotterdam-Moerdijk
Cluster Zeeland/West-Brabant
Cluster 6

Hoewel de overheid het gebruik van fossiele energie- en grondstoffen ontmoedigt, blijft koolstof ook in de toekomst een belangrijke grondstof voor bijvoorbeeld plastics. Gelukkig kunnen hernieuwbare (biogene) en circulaire koolstofbronnen de fossiele variant vervangen. Voordat alle producenten kunnen overstappen op 100% circulaire grondstoffen, moeten ze een mix van fossiele en andere koolstofbronnen inzetten.

Toezichthouders hebben inzicht nodig in de oorsprong van de koolstof in producten. Dit is om naleving van het beleid te toetsen en stimulerende maatregelen te valideren. Onderzoeksbureau Rebel inventariseerde welke systemen er al zijn en welke informatiebehoefte overheden hebben. Dit deed Rebel in opdracht van Het programma Digitalisering van de Topsector Energie, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Rebel ontwierp daarna samen met softwarespecialist Kryha een digitaal systeem dat de industrie helpt met koolstofadministratie. Dit zogenaamde Carbon Tracking System (CTS) toont aan dat een dergelijk systeem mogelijk is.

Overheid wil herkomst koolstof weten

De CO2-emissies van bedrijven zijn in te delen in 3 soorten:

  • de CO2 die vrijkomt bij de eigen productieprocessen (scope 1),
  • de indirecte CO2 die vrijkomt door opwekking van ingekochte elektriciteit of warmte (scope 2).
  • de CO2 die vrijkomt bij leveranciers of klanten van een bedrijf (scope 3).

De scope 3-emissies zijn vaak het grootst, maar het lastigste te controleren. Bedrijven moeten dan immers de CO2-voetafdruk van hun ingekochte grondstoffen en verkochte eindproducten vastleggen.

Tot nog toe was het rekenmodel voor ETS redelijk eenvoudig: de emissieautoriteit (NEA) berekent de CO2-uitstoot van een bedrijf via het volume ingekochte fossiele grondstoffen. Zo’n systeem houdt echter geen rekening met maatregelen die bedrijven nemen die verderop in de keten CO2-uitstoot voorkomen. Daardoor is het nog toe niet interessant voor bedrijven om warmte uit te koppelen of bijvoorbeeld CO2 af te vangen en te leveren aan andere bedrijven.

Dat gaat veranderen. Het Europese en Nederlandse beleid focust zich de komende jaren op het vermijden van fossiele koolstof in de gehele keten. Dat gaat dus ook om scope 3-emissies. Zo werkt de overheid bijvoorbeeld aan een verplichting om een deel van op fossiele grondstoffen gebaseerde plastics te vervangen door gerecyclede of biobased plastics. Die brengen namelijk geen extra CO2 in het systeem.

De toezichthoudende instanties kunnen het voldoen aan zo’n verplichting alleen controleren als bedrijven inzicht kunnen geven in hun ingaande grondstoffen en uitgaande producten. Dat zorgt echter voor flink wat administratie voor bedrijven.

Bouwen aan vertrouwen

Harold Veldkamp is als programmadirecteur Digitalisering van de Topsector Energie betrokken bij het traject dat het programma aflegde naar een breed gedragen koolstofadministratie. “Voor een goed werkend koolstofhandelssysteem heb je vertrouwen nodig van alle betrokken partijen”, zegt Veldkamp. “De industriële koolstofketen, maar ook overheden en toezichthouders willen immers zeker weten dat de opgegeven waardes overeenkomen met de werkelijkheid. De eerste stap was dan ook de ontwikkeling van een op blockchain gebaseerd systeem dat de validiteit van certificaten borgt.”

De tweede stap in het onderzoek moest de vraag beantwoorden of volledige digitalisering van het certificatensysteem voldeed. Of dat er toch een extra accountantssysteem nodig was om de nodige garanties te kunnen afgeven.

Veldkamp: “Uiteindelijk concludeerden we dat een hybride systeem de beste optie was. Dus wel een digitale afhandeling, maar wel met toezicht van het systeem. Deze vorm verlicht de administratieve last enorm. Hoewel de toezichthouder nog steeds de werking van het systeem moet bewaken, hoeft hij dit niet meer te doen voor de individuele certificaten.”

“Nu bleef nog de vraag over hoe een dergelijk systeem aansluiting kan vinden bij de bestaande administratieve systemen van bedrijven. De industrie vroeg de overheid de leiding te nemen, zodat er geen wirwar van systemen op de markt kwam. Dat systeem hebben we nu gebouwd en getest.”

Prototype

Het ontwikkelde CTS-prototype bestaat uit een digitale boekhouding waarin bedrijven de in- en uitgaande koolstofstromen kunnen bijhouden. Die gegevens kunnen ze rapporteren aan hun afnemers en aan de overheid. Het systeem registreert per schakel in de keten welke koolstofhoudende grondstoffen worden verwerkt. En welke certificeringen deze grondstoffen hebben. De softwareontwikkelaars bouwden een interface voor plastic recyclers, toeleveranciers van verpakkingen, producenten die verpakkingen gebruiken en toezichthouders. De recyclers zetten  hun certificaten in het systeem. Hun afnemers krijgen dan vervolgens automatisch een overzicht van hun koolstofbronnen. De toezichthouder krijgt dan de rapportage binnen en kan deze goed- of afkeuren.

Veldkamp: “Nu we het bewijs hebben dat een betrouwbare, transparante koolstofadministratie mogelijk is met een beperkte administratieve last, is het aan de overheden om keuzes te maken. Ik denk dat de industrie profiteert van een dergelijk systeem omdat daarmee circulaire en CO2-besparende maatregelen direct worden beloond. Dat maakt de businesscase voor dit soort complexe projecten een stuk gunstiger.”

In overleg met uitvoeringsorganisaties zoals Nederlandse Emissie Autoriteit (NEA),  Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en marktpartijen zal de overheid verkennen of invoering van de digitale koolstofboekhouding haalbaar en wenselijk is.

Meer weten?

 

 

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen