Vopak bespaart energie dankzij inzicht energiestromen

12-01-2023

Tankopslagbedrijf Vopak wil graag een grotere rol spelen in de transitie naar een CO2-neutrale energievoorziening. Daarnaast is het bedrijf bezig om de eigen CO2-emissies terug te dringen. Een energiemonitoringssysteem gaf de aanzet voor besparing en investeringen in een e-boiler en warmtepomp.

Branches

Olie- en gasexploratiebedrijven

Industrieclusters

Cluster Rotterdam-Moerdijk

Industrieroutes

Elektrificatie
Proces-efficiëntie en restwarmte

Tankopslag lijkt op het eerste gezicht niet heel energie-intensief. De meeste energie zit immers in de vloeistoffen en gassen die de opslagbedrijven voor hun klanten opslaan. Toch kost het vloeibaar houden van verschillende producten zoals crude (ruwe olie) en eetbare oliën veel energie in de vorm van stoom. Om nog maar niet te spreken over de energie die nodig is om vloeibaar aardgas (LNG) of bijvoorbeeld ammoniak en in de toekomst waterstofgas koud en vloeibaar te houden. Veel opslagbedrijven vallen dan ook onder het Europese emissiehandelssysteem ETS).

Vopak is een grote speler op de opslagmarkt en beheert wereldwijd een scala aan tankterminals. Het bedrijf sprak in 2019 de ambitie uit om in 2050 CO2-neutraal te zijn en zette de plannen hiervoor in gang, inclusief tussentijdse doelen. Zo stelde het bedrijf vorig jaar het wereldwijde doel om in 2030 de CO2-emissies te hebben verminderd met 30% ten opzichte van 2021 (scope 1 en 2 emissies).

Ambities

De interne 2030-ambitie voor de Nederlandse terminals is om nog meer CO2 te reduceren dan Vopak's wereldwijde target en dat is dus inclusief de verwachte groei. En die groei kan best groot zijn, met alle plannen op het gebied van waterstof-, ammoniak- en LNG-opslag. De opslag van deze producten vergt bovendien veel energie. Duurzaamheiddirecteur Harold Corstjens van Vopak staat dan ook voor een behoorlijke uitdaging. “Ik hoef het gelukkig niet alleen te doen”, zegt Corstjens. “De eerste stap was om alle sites er bij te betrekken, samen de targets te bepalen en vervolgens een verbeterplan op te stellen. De ene site had vooral te maken met eigen emissies (scope 1), terwijl andere sites investeerden in vergroening van de energie-inkoop of in zonneparken (scope 2).”

Energiemonitoring

Misschien wel de belangrijkste stap in deze eerste fase, was de oprichting van een data-academie. Corstjens: “We wisten al wat er aan de poort aan energie binnenkomt, maar niet waar die energie precies heenging. We verzamelden de beschikbare data en waar deze ontbrak, vulden we die aan met metingen. Zo zetten we bijvoorbeeld in Vlaardingen een infraroodcamera op de geïsoleerde tanks en zagen zo welke het best presteerden. Met die kennis bepaalden de operators waar ze bepaalde producten wel of beter niet konden opslaan. Vervolgens maakten ze een tijdsplanning voor het vervangen van de isolatie van de slechtst presterende tanks.

Ook een opvallend inzicht was dat we stoom oneigenlijk inzetten als kantoorverwarming. Het lijkt misschien aantrekkelijk om stoom dat je toch al opwekt ook voor een gebouw in te zetten. Maar een elektrisch systeem is natuurlijk veel schoner en efficiënter.

Inmiddels heeft iedere site zijn eigen dashboard met de energieprestaties. Daardoor weten we waar de verliezen zitten en welke projecten de meeste CO2-reductie per euro opleveren. Opvallend is dat het vaak om kleine verbeteringen gaat. Maar heel veel kleine verbeteringen kunnen grote gevolgen hebben: we konden daardoor zelfs twee gasketels stopzetten op een van onze terminals.”

Duurzame keuzes

Bijkomend voordeel van het inzicht in de energiehuishouding is dat het ook de discussie over de energiekosten in beweging brengt. “Met inzicht in de energiestromen creëer je ook bewustzijn. Daardoor denken operators bijvoorbeeld beter na over welke temperaturen echt nodig zijn om viskeuze producten vloeibaar te houden. Met diezelfde data kan onze commerciële afdeling ook de discussie aangaan met onze klanten. Is het doel om een product op een bepaald temperatuurniveau te houden, of om het product te kunnen verpompen? Vaak eisen klanten uit voorzorg een hogere temperatuur dan daadwerkelijk nodig is.

We ontwikkelden een speciale app waarmee we gefundeerd de economische, klimaat- en ook ecologische gevolgen kunnen laten zien van bepaalde keuzes. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het al dan niet volledig leeghalen van een tank. Een tank heeft een drijvend dak om emissies tegen te gaan. Maak je een tank volledig leeg, dan zakt het dak op zijn poten en komt er lucht in de tussenruimte onder het dak. Als we de tank daarna weer opvullen, duwen we deze lucht naar buiten en kunnen vluchtige organische stoffen ontsnappen. Dit is de grootste emissiebron van een tankterminal. We willen dit het liefste voorkomen, dus informeren we de klant over de gevolgen voor het milieu van zijn keuzes.”

Investeringen

Wat betreft die dampen investeert Vopak Europoort in een innovatieve techniek: Corstjens: “We vangen de vluchtige organische stoffen (VOS, red.) op en maken ze onschadelijk via een elektrische regeneratieve thermische oxidatie-installatie. Het gaat hier om zeer innovatieve plasmatechniek. De warmte die bij dit proces vrijkomt, kunnen we vervolgens weer voor het verwarmen van onze tanks inzetten.”

En deze investering staat zeker niet op zichzelf: “Pas als je je energiehuishouding op orde hebt, kan je nadenken over investeringen in verdere verduurzaming", vindt Corstjens. “Het heeft geen zin om in een eboiler te investeren als je lekkende condenspotten hebt. Inmiddels zijn we zover dat we samen met Eneco zo’n elektrische boiler willen inzetten in Vlaardingen. Terwijl we in Vlissingen een elektrische warmtepomp inzetten voor de hervergassing van propaan.”

Subsidie

De terugverdientijd van deze investeringen overschrijdt weliswaar de 5 jaar, maar Vopak kon gebruik maken van een aantal subsidies: de Energie Investeringsaftrek (EIA), de Milieu Investeringsaftrek (MIA) en de Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++). Corstjens: “We investeren de komende drie jaar alleen al zo’n 20 miljoen euro in duurzame projecten. Subsidies helpen om de financiële haalbaarheid van duurzaamheidsprojecten aantrekkelijker te maken.”

Afbeeldingen

Minster Rob Jetten bezoekt Vopak terminal

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen